Als ik Hans Dorrestijn hoor zingen, heb ik wel waardering voor de uitbeelding van de getormenteerde ziel. Waar hij begint te spreken, vraag ik me echter meteen af, waarom hij dat beeld ook in zijn gehele gedrag mee moeten nemen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat het de menselijke staat van Hans Dorrestijn is om sukkelig, wanhopig, jaloers en apathisch pessimistisch te zijn en niets anders. Ik ga er toch van uit dat de mens gelaagd is; dat er onder het vernis een nieuwe laag zit met andere tinten en zo verder.
Het was daarom wel fascinerend om hem geinterviewd te horen door Martin Simek. Er blijft heel veel van de buitenste vernislaag over. Er komt ook in een uur niet veel meer uit Dorrestijn dan de geplaagde en verwrongen persoon van zijn liedjes, maar er is net voldoende toevoeging, met name in de vorm van zelfreflectie, die het geheel doen ademen.
Dorrestijn zegt bijvoorbeeld: 'Het is niet zo dat je als mens gelukkig moet zijn of dat het anders allemaal geen zin heeft. Ik leef heel goed met de wanhoop en het leed. Het is niet altijd even sterk en het overschaduwt niet alles totaal.' (Ik parafraseer natuurlijk) Dat geeft de dichter niet alleen relief, het maakt hem ook geloofwaardig.
Het is daarom een heel waardevolle podcast geworden, waarbij ik me alleen afvraag waarom Martin Simek zo gretig, Hans Dorrestijn als excuus aangrijpt om over hoeren te praten. Hij komt er gelukkig te laat mee, zodat het gesprek niet afglijdt naar een uitwisseling van ervaringen van hoerenlopers. Het leidt alleen maar tot een oproep aan de luisteraar om zijn ervaringen aan Simek te schrijven. Ik hoop vurig dat het daarbij zal blijven.