After Stalingrad came Kursk, after the first defeat of the Germans on the Ostfront came many more and the end of the war became a drawn out affair. Germany of the 1940's was not Germany of 1918. When thee decision makers of 1918 saw they could no longer win World War 1, they bargained for peace. When the Nazis began to lose, they chose to go down fighting and let the German people perish in the process, if it had to be so.
The last episode of the four part series about WW2's eastern front at Dan Carlin's Hardcore History, tells this tale of the drawn out end (Ghosts of the Ostfront part iv). Not only the German people had to be grounded over this protracted collapse, the whole of eastern Europe turned into a large scale hell-hole. And one can leave it to Dan Carlin to recount the horrors in the dramatic fashion that will keep you glued to your ear buds.
Many thoughts that came up while listening, were immediately expressed by Carlin as well, like the line I opened this post with: such a difference between the 1918 and 1944 leadership. Also, the observation that civilians suffered for the decisions, not only enemy, but also, the decision makers' own people. One observation however did not come through, though I am sure Carlin had it in mind and would bring it to the listener as well: the population as a whole was made to suffer, was subjected to the revenge and hatred that the soldier brought with them. It means that peoples are taken as wholes. But if you drill down, and this is something Carlin misses, you sea that men are perpetrators and women are the objects of their aggression. For the cruelties committed by a soldier, not he, but his wife, his daughter, his mother, or his neighbor's niece will pay, when she is raped in revenge afterwards.
More Hardcore History:
Stalingrad,
Ghosts of the Ostfront,
Dan Carlin about the East Front,
Slavery,
Gwynne Dyer Interview.
Saturday, October 17, 2009
Oorsmeer - VPRO podcast
Een nieuwe podcast bij de VPRO is Oorsmeer. En behalve podcast is het ook een weblog en daarop werd Oorsmeer meteen al opgemerkt door de populaire website Geen Stijl. De teneur was dat Oorsmeer Geen Stijl zou proberen te imiteren, maar te zeer tot het omroep-establishment zou behoren om erin te slagen. (feed)
Wat Oorsmeer in ieder geval probeert te zijn voor de argeloze podcast luisteraar zoals ondergetekende, die trouwens van Geen Stijl ook nauwelijks kaas gegeten heeft, is een satirisch programma dat de draak steekt met onderwerpen in de actualiteit. Daarbij maakt het gebruik van fragmenten die in andere programma's reeds te beluisteren zijn geweest. In dat opzicht valt het trouw in het genre waarvan er door de jaren heen al zoveel programma's zijn geweest. Niet alleen op radio, maar ook op TV en waarvan er op de nieuwe media ook genoeg te vinden zijn.
De formule werkt eigenlijk altijd heel goed, zolang je maar de fragmenten kent. Het plezier voor mij is vergelijkbaar met wat ik ervaar bij het luisteren naar Volkis Stimme. Ik ken net genoeg de plaatselijke (daar Duitse, hier Nederlandse) actualiteit om het allemaal te kunnen volgen. Qua formule is Oorsmeer nog wat zoekende. Je voelt dat ze wel wat leunt naar het schofferende van Geen Stijl, maar daar toch ook niet helemaal aan wil. Misschien moeten ze hun licht eens opsteken bij Volkis Stimme, die heel bewust in de de oubollige stijl van woordgrappen en brave absurditeiten is gaan zitten en daar nu juist zijn charme aan ontleent.
Wat Oorsmeer in ieder geval probeert te zijn voor de argeloze podcast luisteraar zoals ondergetekende, die trouwens van Geen Stijl ook nauwelijks kaas gegeten heeft, is een satirisch programma dat de draak steekt met onderwerpen in de actualiteit. Daarbij maakt het gebruik van fragmenten die in andere programma's reeds te beluisteren zijn geweest. In dat opzicht valt het trouw in het genre waarvan er door de jaren heen al zoveel programma's zijn geweest. Niet alleen op radio, maar ook op TV en waarvan er op de nieuwe media ook genoeg te vinden zijn.
De formule werkt eigenlijk altijd heel goed, zolang je maar de fragmenten kent. Het plezier voor mij is vergelijkbaar met wat ik ervaar bij het luisteren naar Volkis Stimme. Ik ken net genoeg de plaatselijke (daar Duitse, hier Nederlandse) actualiteit om het allemaal te kunnen volgen. Qua formule is Oorsmeer nog wat zoekende. Je voelt dat ze wel wat leunt naar het schofferende van Geen Stijl, maar daar toch ook niet helemaal aan wil. Misschien moeten ze hun licht eens opsteken bij Volkis Stimme, die heel bewust in de de oubollige stijl van woordgrappen en brave absurditeiten is gaan zitten en daar nu juist zijn charme aan ontleent.
Subscribe to:
Posts (Atom)