In het marathon interview dat Djoeke Veninga op oudejaarsavond opnam, maakt de geinterviewde Maarten van Rossem een fascinerende relativerende opmerking over zijn eigen ironische inslag. Het zoeken naar de ironische toon, kan ook inhouden dat je probeert je er met een grapje van af te maken. Dat is ook een manier van niet tot de kern doordringen. Impliciet zit daarin verborgen dat de ironie naar voren halen ook een manier kan zijn om juist wel te verdiepen. Maar je kan het dus overdrijven.
Vlak na het nieuwe jaar werd het gesprek uitgezonden en nog veel langer duurde het voor het als podcast beschikbaar werd. De marathon interviews van de VPRO vormen prachtig materiaal, maar de feed wordt op onregelmatige tijden gevuld. Het is een kwestie van regelmatig kijken of er al weer wat nieuws is. Het interview met Van Rossem maakt deel uit van de serie van 2008.
Ik had toevallig niet zo lang geleden een opname (CD, geen podcast) van een paar hoorcolleges van Van Rossem gehoord. Hij gaf les over Amerika en maakte daar een opmerking die een voorbeeld is van wat hij bedoelt; hoe je je er met een grap af kan maken. Hij gebruikte de Scopes rechtszaak, waarin een biologieleraar wordt aangeklaagd omdat hij evolutie leert, om de religiositeit van de Amerikanen te typeren en ook een beetje belachelijk te maken. Maar wie zich verdiept in de Scopes zaak, ontdekt dat het gewraakte leerboek ook een onversneden eugenetica propageerde. Dus Amerikanen zijn niet alleen maar dom als ze zich daar over opwinden.
In veel opzichten is het interview een uitbouw van de hoorcolleges. Van Rossem is vooral op dreef als historicus. Minder genegen is hij om over zichzelf en zijn persoonlijk leven te spreken. Al komt het wel aan de orde en daar blijkt dat hij uit een familie komt die dezelfde soort van praters zijn als hij. Die houden van vrolijk voortmopperen. Zo is het hoorcollege ook en zo gaat het interview eveneens. Heel onderhoudend, zolang de ironie geen vlucht wordt.
Meer Marathon Interviews:
Louis Th. Lehmann,
Marita Mathijsen,
Ruud Lubbers,
Jan Leijten,
Bertus Hendriks.