Wednesday, May 16, 2007

Jan Rot (Šimek ’s Nachts -- podcast)

Op zondagnacht, op radio 1, is er een interviewprogramma waarin Martin Šimek spreekt met een gast. Als het goed is komt de uitzending een paar dagen later uit als podcast.
Dit is mijn ultieme podcast. Ik had nooit geweten dat podcast bestond als ik niet op zoek was geweest naar een manier om de interviews van Martin Šimek te beluisteren. Voor hem installeerde ik een muziekprogramma, op hem had ik als eerste een abonnement en hoeveel abonnementen ik al opgezegd heb, Šimek 's Nachts blijft in mijn playlist.

Het valt ook wel eens tegen hoor, Martin is erg gevoelig voor zijn gast. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat de gast het programma maakt of breekt. Maar het blijft natuurlijk Martin Šimek die dat mogelijk maakt. En wanneer de gast past en de chemie begint te werken dan bloeit er een bloempje op de radio.

Op 13 mei was de gast Jan Rot en de krenten in de pap bestonden deze keer uit een paar uitspraken die Jan deed, die bij mij binnenkwamen als positieve mokerslagen. Wat hij over zichzelf zei, dat had over mij kunnen gaan.

Dat begint bijvoorbeeld met iets kleins als het accent. "Oh u hebt een beetje een accent," zegt Martin en dan legt Jan uit dat hij accenten overneemt van anderen. "Een soort kameleon qua taal," en hij neemt het voorbeeld van het meest aanstekelijke accent, waar ik ook meteen mee voor de bijl ga: het Vlaams.
Maar dat is nog kinderspel. Veel later gaat het erover dat hij na 23 jaar in Amsterdam gewoond te hebben zonder moeite de stad de rug toekeert. Šimek wil suggereren dat Jan dat doet voor zijn gezin, zijn kinderen en dat is natuurlijk wel een aanleiding geweest, maar dan zegt hij iets dat ik ook voelde toen ik na 14 jaar Mokum vaarwel zei: "Dat is gewoon klaar. Amsterdam is klaar. Amsterdam had het."

Ten slotte het mooiste. Martin vraagt: "Hoe is 't met U." (Ook een beetje Vlaams?)
Jan: "Ik ben zeer tevreden, op 't ogenblik."
Martin: "Met wat?"
Jan: "Met zowel privé, als werk, als in het leven staan. Dat is wel eens anders geweest, maar dit zijn mooie, mooie jaren. "
Martin: "Ja. Dat vind ik leuk voor U. Zou U daar iets over willen zeggen, over die verandering? Hoe komt die, waar komt die vandaan?"
Jan: "Ik heb altijd het gevoel gehad dat er één iemand in mijn leven ooit zou komen, en als je die niet vindt, dan is het leven heel spannend en 't is ook heel leuk dat zij ook overal om de hoek kan staan, maar dat maakt ook onrustig en op een gegeven moment, zes jaar geleden, heb ik mijn ware liefde ontmoet. Ik denk, ah, hier wil ik mee trouwen, hier wil ik altijd bij blijven. Ik hoop dat ik nooit meer bij iemand anders in bed lig."
Martin: "Dat is tamelijk laat, want u bent van '57."
Jan: "Ja, ik was 42."
Daar draaide het dus om. Dat gevoel had ik ook altijd en toen ik eindelijk die ene vond (ik was 30), was ik ook in staat daar alles voor te doen. Het was ineens duidelijk.

Negen jaar geleden....

Koninginnedag viel op een donderdag. Ik wist wel dat het mijn laatste koninginnedag ooit zou worden, maar vertrekken naar Israel leek nog een abstractie. Bovendien, ik had het nooit op de oranjedag gehad, zou ik daar nu ineens sentimenteel over worden? Daardoor viel afscheid nemen tussen wal en schip. Ik had niet echt het gevoel dat ik wegging terwijl ik het wel wist. Dat was op 30 april 1998.
Op 12 mei 1998, was het de laatste, volledige dag in Nederland. Pas toen begonnen mijn zenuwen te gieren. De hele dag voelde ik me ongewis. Niettemin was er nog veel te doen. Patrick kwam langs om me te helpen mijn inboedel in te pakken. Dat sleepte me erdoor. Mijn moeder kwam nog even langs voor afscheid en later op de avond ging opeens nogmaals de bel. Jos, mijn boezemvriend van jaren daarvoor, maar die ik uit het oog verloren was, kwam de trap opstommelen. Hij was toevallig in de buurt en zonder te weten dat ik op het punt stond te vertrekken kwam hij langs. Bijpraten en afscheid nemen in een slag. Alsof het symbolisch was, dat ik afscheid nam van mijn leven in Nederland en alsof het lot wilde laten zien: kijk het zal voorgoed zijn.
De volgende dag liep alles echter vanzelf, hoewel ook die begon met nog weer een symbolische handeling: mijn fiets verkopen.
Nico ging met me mee naar Schiphol en vliegen maar.
Aan boord werd er een kaasmaaltijd geserveerd, zodat ik uitgehongerd voet op Israelische bodem zette. Dat was in Eilat; het was een vlucht via Eilat naar Tel Aviv. Later bleek dat ze daar ook mijn bagage hadden uitgeladen, zodat ik met niks dan handbagage in Tel Aviv arriveerde. Rachel parkeerde de auto van haar broer op David HaMelekh en we liepen naar Sderot Immanuel.
Alles was achtergebleven; ik begon een nieuw leven. Dit was een geboorte.