Koninginnedag viel op een donderdag. Ik wist wel dat het mijn laatste koninginnedag ooit zou worden, maar vertrekken naar Israel leek nog een abstractie. Bovendien, ik had het nooit op de oranjedag gehad, zou ik daar nu ineens sentimenteel over worden? Daardoor viel afscheid nemen tussen wal en schip. Ik had niet echt het gevoel dat ik wegging terwijl ik het wel wist. Dat was op 30 april 1998.
Op 12 mei 1998, was het de laatste, volledige dag in Nederland. Pas toen begonnen mijn zenuwen te gieren. De hele dag voelde ik me ongewis. Niettemin was er nog veel te doen. Patrick kwam langs om me te helpen mijn inboedel in te pakken. Dat sleepte me erdoor. Mijn moeder kwam nog even langs voor afscheid en later op de avond ging opeens nogmaals de bel. Jos, mijn boezemvriend van jaren daarvoor, maar die ik uit het oog verloren was, kwam de trap opstommelen. Hij was toevallig in de buurt en zonder te weten dat ik op het punt stond te vertrekken kwam hij langs. Bijpraten en afscheid nemen in een slag. Alsof het symbolisch was, dat ik afscheid nam van mijn leven in Nederland en alsof het lot wilde laten zien: kijk het zal voorgoed zijn.
De volgende dag liep alles echter vanzelf, hoewel ook die begon met nog weer een symbolische handeling: mijn fiets verkopen.
Nico ging met me mee naar Schiphol en vliegen maar.
Aan boord werd er een kaasmaaltijd geserveerd, zodat ik uitgehongerd voet op Israelische bodem zette. Dat was in Eilat; het was een vlucht via Eilat naar Tel Aviv. Later bleek dat ze daar ook mijn bagage hadden uitgeladen, zodat ik met niks dan handbagage in Tel Aviv arriveerde. Rachel parkeerde de auto van haar broer op David HaMelekh en we liepen naar Sderot Immanuel.
Alles was achtergebleven; ik begon een nieuw leven. Dit was een geboorte.
No comments:
Post a Comment