Ik heb iets met interviews met mensen die een meervoudige nationale affiniteit hebben. Het is het antwoord op de vraag van Ronald van den Boogaard, waarom ik naar Simek en naar de marathon interviews luister. Hij vroeg met erover een gaststukje te schrijven op zijn blog. Albert Helman noem ik daar zijdelings.
De 85 jarige Helman wordt in 1989 door Djoeke Veninga geinterviewd. Hij heeft zo te merken meer dan een dubbele affiniteit. Zijn leven heeft hem behalve langs Suriname en Nederland gevoerd door Spanje, Tobago en Italie, om maar eens wat te noemen. Voeg daarbij zijn hoge leeftijd en ik meen daaruit te begrijpen de afstand die hij neemt tot alle wortels die hij heeft. Als hij nog ergens wat emotie laat voelen dan is het met betrekking tot zijn Indiaanse etniciteit. Nog altijd voelt hij zijn indiaanse grootmoeder snuffelen in zijn nek.
Als het over de Indianen gaat en de culturele clash tussen de natuurmens en de westerse, dan trilt het gesprek het meest. En Helman slaagt erin de kracht van zijn Indianen uit te vergroten zonder in een op Rousseau gelijkende romantiek te vervallen. Verder is hij veel afstandelijker. En de interviewster heeft misschien teveel eerbied, of maakt te weinig een persoonlijke connectie met hem, om het nadrukkelijk te prikkelen. Daardoor heeft het gesprek ook een paar momenten dat het zich wat moedeloos voortsleept, totdat Helman zelf weer wakker wordt en het vuurtje opstookt. Ik heb genoten, maar hield het toch na twee en een half van de vier uur voor gezien.
No comments:
Post a Comment