Rudi Kross fulmineert tegen de popmuziek; Rudi Kross analyseert hoe de chaos van Suriname, leidde to moralisme, wat weer leidde tot een suri-fascisme. Van dat fascisme beticht hij de dictatuur van Bouterse, waar hij toch zelf een zekere periode adjudant van is geweest. "Als een burgemeester in de oorlog?" "Ja, als je dat zo wilt noemen." En passant wordt de tour van '89 aan Fignon toegeschreven (achteraf weten wij wel beter) en heet Suriname 'dat ding'. Dat ding dat de Nederlandse koloniaal gebruikt heeft tot hij het niet meer nodig had en toen anderhalve eeuw te laat onrijp de onafhankelijkheid ingeschopt.
Het marathoninterview dat John Jansen van Galen met Rudi Kross heeft in 1989 is een emotionele wervelwind. En een orgie van het bloemrijke taalgebruik, de secure dictie en het onverschrokken zoeken naar de juiste woorden van Kross. De haat-liefde verhouding met Suriname, met Nederland, met Links, met Bouterse, maar zonder te schmieren. Kross zegt het over de Surinaamse cultuur, en daarmee over zichzelf, waarin het zo anders is dan de Nederlandse: het laat de emotie bestaan. (Ik paraphraseer op mijn onbeholpen -Nederlandse?- manier) Het geeft de ruimte voor iets van esoterie, het vreemde, het mysterie, het unieke. Nederlands is het daarentegen - zo stelt hij nadrukkelijk - om alles te vergewonen. "Oh, je bedoelt eigenlijk te zeggen dat .." Te banaliseren?
Zo niet bij de Surinamers, niet bij Rudi Kross, niet in dit avontuurlijke marathoninterview. Waarin zomin het bagatel als de grote zaken banaal worden. Niets wordt vereenvoudigd. De complicaties worden niet uit de weg gegaan. En Kross blijft proberen uit te leggen, te duiden. Het mysterie blijft bestaan, maar de emotie komt over en trilt nog na, diep in mijn botten, ook hier ver buiten Nederland en bijna 20 jaar na dato.
1 comment:
goede review, ik vond het interview ook wel geslaagd.En van galen is een echte surinamekenner, ik ben nu bezig in z'n boek kapotte plantage.
Post a Comment