Een gesprek met NRC-correspondent Oscar Garschagen, die deze week zijn standplaats Tel-Aviv verruilde voor Shanghai. Hoe kijkt hij - na vier jaar verslaggeving vanuit Israël - aan tegen het Israelisch-Palestijnse conflict en wat wacht hem in China? Garschagen reageert ook op de stelling van een van zijn voorgangers, Joris Luyendijk, dat het voor een correspondent in het Midden-Oosten door propaganda-machinaties praktisch onmogelijk is te berichten wat er echt gaande is. Luyendijk won eerder deze maand de NS Publieksprijs met zijn boek Het zijn net mensen.
Dit is een reminder voor mij om het boek van Luyendijk, dat nog steeds op mijn nachtkastje ligt, verder te lezen. Ik had het wat wrevelig terzijde gelegd, omdat ik zijn analyse te simpel vond. Hij heeft wel gelijk dat de berichtgeving aan alle kanten door de partijen gemanipuleerd wordt en dat datgene wat je kunt laten zien, meteen een stellingname suggereert door de manier waarop je het laat zien en wat je niet laat zien. Maar de wijze waarop de perceptie plaatsvindt, lijkt mij toch iets gecompliceerder dan Joris veronderstelt - vond ik.
Garschagen gaat ook niet in het geheel van Luyendijk mee. "Je kan toch wel verslag doen van wat je zelf gezien hebt." Al voegt hij er ironisch aan toe dat hij ooit een aanslag zag gebeuren, maar er niet over kon beginnen te berichten, totdat de telexen van de grote persbureaus erover begonnen.
No comments:
Post a Comment