We komen natuurlijk wel wat te weten. Bijvoorbeeld dat de familie De Swaan de oorlog overleefde in de onderduik. Kleine Bram werd in de oorlog geboren en als tien maanden oude baby in een gastgezin ondergebracht. Over zijn onderduikouders zegt hij niet al te veel, maar wel dit: 'waarschijnlijk konden ze op het kritieke moment geen smoes verzinnen waarom niet en dus toen zaten ze met die baby opgescheept.' Let op het woord waarschijnlijk. Hij heeft het ze niet gevraagd, of hij wil niets specifieks over hen zeggen.Waar het hem om gaat is de banaliteit van het goede: goede mensen zijn niet degenen die het goede zoeken, of heldhaftig op zich nemen, maar die er niet onderuit konden komen en vooruit dan maar met de geit. Nee, als er al een held in het verhaal is, is het het achtjarige pleegzusje dat de hele oorlog met de grote mensen heeft moeten meeliegen en dat feilloos gedaan heeft.
Dit soort algemeenheden en veilig op afstand praten kenmerken het gesprek. Minder intiem dan andere interviews, maar door de thematiek wel heel interessant.
Meer Marathon Interviews:
Jan Vrijman,
Maarten van Rossem,
Louis Th. Lehmann,
Marita Mathijsen,
Ruud Lubbers.
No comments:
Post a Comment